In de decembereditie van het maandblad Meervoud publiceerde een aantal progressieve Vlaamsgezinden een open brief aan de N-VA. Hoewel wij als beweging geen deel uitmaken van de N-VA beschouwen wij deze open brief als gunstig teken dat ook binnen de N-VA niet iedereen het eens is met de huidige liberale koers.

Open brief aan de N-VA n.a.v. van de publicatie van het sociaaleconomisch programma ‘Economie, werk & ondernemen’

Ondergetekenden, sociaalflaminganten, distantiëren zich – voor alle duidelijkheid – van het N-VA- bashen omdat zij menen dat deze partij een voorname rol te spelen heeft in het tot stand komen van een autonoom Vlaanderen. Zij stellen vast dat het N-VA-werkstuk aangaande socio-economische politiek een coherente en doorwerkte visie naar voor schuift, die echter wel te nemen of te laten is. Essentie is een activeringsbeleid in een onaantastbare vrije markt. Voor sociaal beleid is er alleen plaats als de economie voldoende genereert.

Vertrekkende van de EU-gemiddelden of systemen die in andere EU-lidstaten al realiteit zijn, wordt een zekere gematigdheid gesuggereerd. Gezien de hoge welvaarts- en SZ- graad van Vlaanderen zal een referentie naar een Europees gemiddelde volgens ons tot nivellering naar beneden leiden. M.a.w. niet Polen of Kroatië, maar de Scandinavische landen moeten o.i. de referentiepunten zijn. We stellen niet alleen het activeren van werklozen voor maar tevens van de grote, geconcentreerde rijkdommen of dood kapitaal. Sociaal flaminganten kiezen voor een vorm van economische democratie met een Vlaamse publieke bank die de Vlaamse spaargelden verzamelt en in een duurzame, innovatieve economie investeert. Het grote Vlaamse spaaroverschot en de Vlaamse grijze massa moet in de eerste plaats aan Vlaanderen zelf ten goede komen. Sleutelsectoren zoals energie en openbaar vervoer horen onder democratische controle te functioneren. In ons zelfbeherend ‘bodem-naar-top’ –model heeft ook de coöperatieve bedrijfsvorm een belangrijk aandeel. Het Vlaamse Huis zal m.a.w. worden ingericht naar de behoeften van de Vlamingen. Wij denken eveneens dat de toenemende armoede, materieel en geestelijk, thans dringende actie vereist.

Zoals de sociale beweging, is de Vlaamse beweging eveneens in sé een rechtvaardigheidsbeweging. Wij zijn ervan overtuigd dat flaminganten in wezen dan ook een diep sociaal rechtvaardigheidsgevoel hebben. Een nationalistische partij zou beter verzamel- of volkspartij zijn voor zij die één of andere vorm van verregaande Vlaamse autonomie voorstaan i.p.v. vooraf te kiezen voor één bepaald socio- economisch model. M.a.w. laten we wachten tot het Vlaamse huis er staat om het dan op een democratische manier te beslissen over de inrichting ervan. Met een eenzijdige keuze stoot men de facto belangrijke delen van het electoraat uit. Vergeten we immers niet dat een kleine 30% (de grootste groep) van de leden van de grote vakbonden bij de laatste stembusgang voor de N-VA stemden. De Vlaming wil misbruiken weren, maar qua sociale zekerheid niet gaan voor minder. Hij wil – integendeel – via de Vlaamse autonomie gaan naar meer, ook op sociaal vlak. We zijn ervan overtuigd dat een eventueel stemmenverlies bij de N-VA wegens het sociaal programma niet zal gecompenseerd worden met stemmen uit de liberale vijver.

Wil de N-VA zich misschien ten allen prijze en op alle vlakken profileren als negatie van de PS? In een toekomstige eigen Vlaamse vorm van democratie zal men alle uitwassen die in het Belgische socio-economische model geslopen zijn moeten uitsluiten, maar in de eerste plaats zal moeten gewerkt worden aan een hoogstaander en beter model.

Wij herinneren eraan dat wij sinds de Middeleeuwen een traditie hebben, ook op socio-economisch gebied, te ijveren voor een Vlaanderen op maat van de gewone man en vrouw. Ook in de Vlaamse beweging zette men die democratische traditie verder. Bij een historische embryonale Vlaamse staatsvorming in 1917 werd in grote lijnen overigens het Daensistische socio-economisch programma overgenomen m.a.w. men koos in alles voor de belangen van de Vlaamse kleine man en bijv. de nationalisatie van de Kempense steenkool!

Als men de toekomstige Vlaamse staat ziet functioneren als een modern sociaal overlegmodel, moet men thans niet exclusief de belangen van slechts één der toekomstige sociale partners (VOKA) dienen, maar van alle partners. M.a.w. ook de vakbonden moeten gestimuleerd en warm gemaakt worden voor hun rol in het toekomstige Vlaanderen.

Tot slot verschaft men, door eenzijdig de (ultra) liberale kaart te trekken een krachtig argument aan de Belgicistische- linkse tegenstander. Hun argumentatie van de jongste jaren klopt blijkbaar “een autonoom Vlaanderen is een instrument voor sociale afbraak”. Wat (voor hen) moest bewezen worden! 

 

Bernard Daelemans, Dirk Dehaes, Miel Dullaert, Joost Vandommele, Johan Velghe, Ludo Abicht, Marc Vincké, Luc Van Den Weygaert, Jef Nyssen, Nico Van Campenhout, Julien Borremans, Jef Turf, Ronny De Schepper, Hildegard Laporte.

Brussel, 16 december 2013