Op 26 maart nam Vlaams parlementslid Hilâl Yalçin (CD&V) het initiatief om samen met Funda Oru (ondervoorzitter Vooruit) en een 40-tal andere mandatarissen van Turkse origine een open brief uit te sturen die extra olie op het vuur giet en Turkse jongeren verder opjut tegen de Koerdische gemeenschap. Dit is volstrekt onverantwoord. Na enkele cynische en doorzichtige passages over “de rust laten terugkeren”, herneemt de open brief de opzwepende Turks-chauvinistische retoriek waarbij Koerden gelijk gesteld worden met terroristen.

In een rechtsstaat is het niet aan politici om te oordelen wie terrorist is, maar aan de rechtbank. En de Belgische rechtbanken zijn hierover zeer duidelijk. Op 8 maart 2019 stelde het Brusselse Hof van Beroep klaar en duidelijk dat de PKK, de Arbeiderspartij van Koerdistan, geen terreurorganisatie is. Volgens het Hof van Beroep is de PKK daarentegen een organisatie die een gewapende strijd voert tegen de Turkse staat. Deze uitspraak werd finaal bekrachtigd door het Hof van Cassatie op 28 januari 2020. Eerder had in 2016 de Brusselse Raadkamer en de Kamer van Inbeschuldigingstelling al dezelfde uitspraken gedaan.

 

Sinds 2003 is de term ‘terrorisme’ niet langer van toepassing op groepen verwikkeld in een gewapend conflict. Artikel 141 bis van het Belgisch Strafwetboek stelt: “Deze titel [Wet betreffende terroristische misdrijven] is niet van toepassing op handelingen van strijdkrachten tijdens een gewapend conflict als gedefinieerd in en onderworpen aan het internationaal humanitair recht”. De strijd die de PKK voert tegen de Turkse staat valt volgens de Belgische rechtbank onder het internationaal recht (de Conventie van Genève en andere regels van het internationaal oorlogsrecht) en niet onder de antiterrorismewetgeving. Daardoor heeft de PKK in België de vrijheid om zich publiek te uiten. Niet alleen het zwaaien met Koerdische vlaggen, maar ook het zwaaien met vlaggen van Öcalan zijn toegelaten. Dit zijn geen provocaties, maar uitingen van nationale identiteit, en net zoals het zwaaien met Turkse, Vlaamse of Belgische vlaggen is dit toegestaan in een democratie.

De strijd van de PKK is een strijd voor democratie, voor vrouwenrechten en voor het vreedzaam samenleven van verschillende volkeren en religies in het Midden-Oosten. Het project in de Noord-Syrische Democratische Federatie, gebaseerd op deze idealen, bewijst dat dit de weg is voor duurzame vrede tussen de verschillende volkeren, culturen en religies in de regio en ver daarbuiten.

De V-SB roept deze mandatarissen op om afstand te doen van hun opjuttende open brief en de rechtsstaat te respecteren.