Bij verkiezingen binnen de Spaanse Staat hebben Catalonië en Baskenland altijd een andere politieke dynamiek gekend. Ook bij de verkiezingen van 24 mei was dit niet anders.
We kijken hierbij naar de vier Baskische provincies binnen de Spaanse Staat: Gipuzkoa, Araba, Bizkaia en Nafarroa. Op 24 mei werden hier, net zoals elders, gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Daarnaast waren er provincieraadverkiezingen in Gipuzkoa, Araba en Bizkaia en de verkiezingen voor het parlement van de Forale Gemeenschap van Navarra. (De verkiezingen voor het parlement van de Baskische Autonome Gemeenschap zijn voorzien voor november 2016).
Partijen in Baskenland
De belangrijkste machtspartij in Baskenland is de conservatieve PNV/EAJ (Partido Nacionalista Vasco ofwel Eusko Alderi Jeltzalea).
De linkse nationalisten hebben sinds het verbod op Herri Batasuna in 2001 steeds opnieuw partijen opgericht, die telkens weer door de machthebbers in Madrid verboden werden (Bata-suna, Euskal Herrialdeetako Alderdi Komunista, …). Ook partijen die al langer bestonden (Acción Nacio-nalista Vasca, opgericht in 1930) botsten telkens op een verbod vanwege Madrid. Ondanks dat de ETA al enige tijd de wapens had neergelegd, ging (en gaat) de Spaanse regering door met het vervolgen van de linkse Baskische nationalisten. Sinds de legalisering van de links-Baskische lijst Amaiur werd dit kartel steeds verder uitgebreid (en veranderde ook enkele malen van naam). Vandaag staan zij gekend als Euskal Herria Bildu, en zijn gegroeid tot een politieke formatie die bijna zo groot is als de conservatieve PNV. Bij de lokale verkiezingen van 2011 slaagde ze er zelfs in om in de provincie Gipuzkoa groter te worden dan de PNV en kon ze tevens de burgemeester van Donostia leveren. In het Europees Parlement heeft zij een gezamenlijke zetel met het Galicische BNG in de fractie van Europees Unitair Links/Noords Groen Links.
EH Bildu trok naar de verkiezingen met een programma rond: milieu- en afvalbeleid, verzet tegen een TGV-lijn, inspelen op diversiteit (meer aandacht voor jongeren, vrouwen, nieuwe Basken,…), behoud van de openbare diensten en de strijd tegen corruptie.
De Spaanse partijen PSOE en PP zijn kleinere partijen in Baskenland, alhoewel de PSOE al meerdere keren een coalitie vormde met de con-servatieve PNV.
De kleinere links-nationalistische partij Aralar, die altijd ontsnapt is aan vervolging door Madrid (omdat de regering van Madrid Aralar be-schouwde als instrument om Baskisch links te verdelen), maakt sinds 2012 deel uit van het EH Bildu-kartel.
De verkiezingen van 24 mei
Net zoals in de rest van de Spaanse Staat leden ook in Baskenland de fascisten van de Partido Popular een zware nederlaag. Ze vallen terug van 12 à 13% naar 8%. Ook de sociaal-democraten van de PSOE (onder de naam PSE en PSN) gaan achteruit van 16 à 17% naar 12%.
De partij Ciudadanos, de partij die publiekelijk zegt wat de fascisten van de PP denken, maar niet openlijk durven zeggen, mag dan wel in de Spaanse Staat 1,5 miljoen kiezers halen (7%), maar in Baskenland bestaat zij feitelijk niet (1 à 2%).
De conservatieve PNV slaagt erin om nog licht te groeien (bij de gemeen-teraadsverkiezingen gaat ze van 28 naar 29%, binnen de provincies van 26 naar 27%). Vermoedelijk trekt zij een aantal stemmen van de PP weg.
De linkse nationalisten van EH houden redelijk stand, en blijven bij de gemeenteraadsverkiezingen status quo (ze consolideren hun goede score van 2011). In Gipuzkoa blijft ze ook nipt de grootste partij (31%) en in de andere 3 provincies is ze de tweede grootste partij. Bij de provincieraadsverkiezingen verloor EH Bildu echter 26.000 stemmen en ging 2% achteruit.
Mogelijk ligt dit aan de opkomst van Podemos.
Podemos
De lijst Podemos kwam op in alle 4 de provincies en haalde er ineens 195.000 stemmen, hetgeen goed is voor 14%. Maar Podemos is lokaal niet goed ingeplant. Podemos vormde lokaal een aantal kartels met andere partijen, maar haar resultaat bij de gemeenteraadsverkiezingen komt helemaal niet in de buurt van deze 195.000 (de verschillende kartels haalden samen slechts 35.000 stemmen).
Het feit dat Podemos in de provincies 14% haalt, en in de gemeenten slechts 2%, maakt het mogelijk om statistisch kijken bij welke partijen Podemos stemmen kan halen. Blijkbaar bij alle partijen behalve bij de conservatieve PNV.
In de provincies verloor EH Bildu 26.000 stemmen, terwijl ze in de gemeenten status quo bleef; de PSOE verloor in de provincies 40.000 stemmen terwijl ze in de gemeenten maar 25.000 stemmen verloor; de PP en haar Navarrese zusterpartij UPN verloren in de provincies 85.000 stemmen terwijl ze in de gemeenten ‘maar’ 60.000 stemmen verloren; en de nieuwe linkse lijst Irabazi mocht dan wel 50.000 stemmen halen in de gemeenten, maar haar resultaat in de provincies was beperkt tot 30.000.
Nafarroa
Navarra of Nafarroa wijkt politiek een beetje af van de rest van Zuid-Baskenland. Ze maakt geen deel uit van de officiële Baskische Autonome Gemeenschap maar vormt een eigen autonome gemeenschap: de Forale Gemeenschap Navarra. Vooral het zuiden is erg verspaanst, in tegenstelling tot het noorden (tussen Iruñea en de Pyreneeën).
De grootste partij is de UPN. Dit was lange tijd de lokale afdeling van de PP, maar sinds enige jaren komen zij apart op.
De lijsten die zich expliciet als Baskisch uiten haalden de beste score ooit. EH Bildu groeide bij de gemeenteraadsverkiezingen van 12 naar 16%. De kartelljst Geroa Bai haalde 9% van de stemmen (en 16% bij de verkiezingen voor het parlement van Nafarroa).
Opvallend is ook dat Podemos even sterk scoort in Navarra als in de rest van Baskenland.
Coalities
Veel zal morgen afhangen van hoe de coalities gevormd worden. Daarbij lijkt vooral de PNV de sleutel in handen te hebben. Dat EH Bildu coalities sluit met de Spaanse machtspartijen PSOE en PP lijkt ondenkbaar. Beide partijen hebben er in het verleden immers hun hand niet voor omgedraaid om linkse Baskische nationalisten te laten vermoorden.
EH Bildu en Podemos zijn ook samen niet sterk genoeg voor meerderheden te vormen. Een coalitie maken met PNV erbij ligt ook moeilijk: waar voor EH Bildu het sociale en economische beleid van PNV al moeilijk ligt, komt daar voor Podemos nog eens het (gematigde) Baskisch nationalisme van PNV bij. Mogelijk zullen er daarom een hoop conservatieve meerderheden gevormd worden, en zoekt de PNV aansluiting bij de grote verliezers van de verkiezingen: de Spaanse machtspartijen PSOE en PP.
Linkse bewegingen en partijen zullen zich dus waarschijnlijk moeten klaarmaken voor sociale actie. Gelukkig hebben ze daarin al bijzonder veel ervaring en laat Baskisch links zich nooit op de knieën dwingen.