De Franse econoom Jacques SAPIR maakt een stand van zaken op na de aanslagen in Parijs d.d. 13 november jl. J. Sapir is directeur van de Hogeschool voor Sociale Wetenschappen in Parijs en leidt het Centrum voor Industrialisatie (CEMI-EHESS). Zijn tekst verscheen op de site van RT-Français.

Volgens J. Sapir is het duidelijk dat we na de aanslagen in Parijs d.d. 13 november jl. een ommekeer zien in de politieke opstelling van de Franse president en zijn regering ten aanzien van de strijd tegen het terrorisme, de  EU,  de euro en Rusland. “Deze ommekeer hebben we betaald met 132 doden en tientallen gewonden. Het is een hoge prijs. Het is een prijs die kon en moest vermeden worden. Immers, de oorzaken van deze ommekeer kondigden zich via meerdere indicaties sedert jaren aan. De verantwoordelijkheid voor de hoge prijs ligt uitsluitend bij de politieke klasse die niet wist en niet bereid was de realiteiten onder ogen te nemen. Boven alles verwijzen we naar het referendum van 2005 over het ontwerp van Europese Grondwet. Indien men toen had geluisterd naar het volk, zou  de bloedige prijs van de aanslagen minder zwaar geweest zijn en zelfs vermeden kunnen worden. Te zijner tijd moet het debat gevoerd worden over de verantwoordelijkheid van de aanslagen die op vrijdag 13 november l. plaatsvonden.”

 

 1. Ommekeer tegenover Europa

“Deze ommekeer moet rekening houden met de schadelijkheid van de EU-instellingen. Sedert 2013 zien we dat Frankrijk praktisch alleen stond in de strijd tegen de terroristen. De gijzelneming in Mali, in het hotel Bomako vrijdag 20 november bevestigt het belang van deze West-Afrikaanse regio in de strategie van de terroristische groepen. Er is weinig of niks over gezegd, maar op hetzelfde moment dat Parijs in bloedige aanslagen werd gedompeld, storten de criminelen van Boko Haram Nigeria in een bloedbad. Deze aanslag is niet minder wreed en niet minder aanvaardbaar dan deze die Parijs in rouw heeft gestort. Frankrijk draagt praktisch alleen de dagelijkse strijd tegen terreur. We zien vandaag dat de landen wier politieke leiders zoveel spreken over het Europese federaal project geweigerd hebben inlichtingen door te spelen die misschien de aanslagen hadden kunnen vermijden. Voor mij is het duidelijk dat de Europese Unie zowel moreel als politiek failliet is. Die vaststelling dringt zich vandaag meer dan ooit op. Dit failliet van de EU is ook economisch. Op het gevaar af me te herhalen: ze hebben ons gezegd dat de euro dè weg was naar voorspoed en welvaart van de Europeanen. Vandaag zien we dat de euro ons in de armoede en miserie gebracht heeft en een economische depressie. Dit lot is niet alleen weggelegd voor de EU-landen in het zuiden van Europa. Finland is vandaag ook erdoor getroffen! Deze armoede en economische depressie voeden de wanhoop. Maar zij voeden ook een  waanzinnige politiek die de gevolgen ervan verergeren en  onze veiligheid in het gedrang brengen. De president van de Franse republiek heeft het in de verenigde Kamers van het Franse parlement in Versailles gezegd op maandag 16 november 2015: het veiligheidspact is belangrijker dan het financieel stabiliteitspact dat de EU oplegt. Maar deze veiligheid vereist onmiddellijk een sterke economische groei. Er is geen middellange- of langetermijnoplossing via louter securitaire weg. Het fundamentele probleem kan enkel opgelost worden door economische groei, hoe verantwoord ook de stijging van de budgetten van defensie en binnenlandse veiligheid ook is. De teksten van de EU-verdragen die sedert jaren werden aangenomen om de invoering van de euro voor te bereiden en uit te voeren komen in botsing met de welvaart van het volk en dus de veiligheid van het land. De eenheidsmunt van de euro belet het land zijn welvaart en voorspoed terug te vinden.

De Franse president en de regering zullen er lessen uit moeten trekken. Zonder twijfel zal dit pijnlijk zijn. De breuk met de illusies van de euro en de EU zal pijnlijk zijn. Maar de werkloosheid van 6 miljoen Fransen, de werkonzekerheid die meer dan 15 miljoen gezinnen treft is pijnlijker dan de terugkeer naar de realiteit.”

 

2. Ommekeer ten aanzien van Rusland

“De ommekeer betreft niet alleen de Franse houding tegenover de EU en de euro. De buitenlandse politiek van Frankrijk zoals die werd uitgevoerd door de twee opeenvolgende presidenten, is een volledige mislukking geworden. Het geven van de prioriteit aan de EU was rampzalig. Het feit dat men koos voor de uitvoering van de Amerikaanse politiek was nog rampzaliger. Zeker, het is mooi gezegd van onze minister van Buitenlandse Zaken dat de anderen van politiek zijn veranderd. In feite is het onze positie, die volledig onhoudbaar is geworden, die dringend moet veranderen. Wij zien het met Syrië, we stellen het vast in de strijd tegen terroristische organisaties. In dit alles is het o.i. noodzakelijk toenadering te zoeken tot Rusland. De bevelhebbers van de twee legers hebben coördinerende procedures op gang gebracht. Rekening houdend met de symbolische waarde ervan, beseft men goed hoeveel kwaad de jongste regeringen hebben aangericht sedert drie jaar. We verwijzen naar de afwezigheid van een officiële Franse vertegenwoordiger op het defilé in Moskou van 9 mei jl. waarin na 70 jaar de overwinning op nazi-Duitsland werd herdacht. [red. op hetzelfde moment was president F. Hollande op zakenbezoek in Saoedi-Arabië!]. Of de annulering van een scheepsbouwcontract  in Frankrijk van twee Russische 'Mistral'-helikopterschepen, onder Amerikaanse druk.

Het waren enkele van de zovele beledigingen aan Rusland die nutteloos en contraproductief waren.  Tegelijk waren deze beledigingen ten aanzien van Rusland vergezeld van meerdere vriendschapsgebaren met landen [red. Golfstaten] die op zijn minst dubbelzinnig zijn ten aanzien van het terrorisme en de ideologische inspiratie ervan! 

De ommekeer ten aanzien van Rusland is breed gedragen in de Franse samenleving, zowel van links als van rechts. Belangrijk is dat deze ommekeer niet alleen militair is,maar ook zich uitbreidt naar politieke samenwerking en economische initiatieven samen met Rusland.”

 

3. Ommekeer naar meer soevereiniteit

“Uiteindelijk heeft deze ommekeer fundamenteel te maken met het heroveren van de nationale soevereiniteit van Frankrijk. Door de noodtoestand uit te roepen heeft de Franse president en zijn regering een daad van nationale soevereiniteit gesteld. Door indirect afstand te nemen van  de EU-instellingen in Brussel, door het fameus pact “voor financiële stabiliteit” niet te respecteren, heeft de President van de Franse republiek erkend dat er een “algemeen Frans belang “ is dat onderscheiden is van de Duitsers en de Italianen bijv. en vele andere Europese landen. Hierdoor neemt hij akte van het feit dat de Europese Unie (EU) niet anders kan zijn dan de coalitie van soevereine staten. Dit betekent officieel de begrafenis van de Europese federale koers, of hij ervan bewust is of niet, of hij het nu graag heeft of niet.”

(vertaling Miel Dullaert)