(Tekst voorgedragen op de 10e Sociaal-Flamingantische Trefdag te Brussel, 3 december 2016)

De Vlaamse natie beleeft een merkwaardige periode. Nog nooit is de politieke Vlaamse beweging in de bijna tweehonderd jarige Belgische geschiedenis zo electoraal sterk als na de recente verkiezingsuitslagen van 2014. De N-VA is de grootste partij in Vlaanderen met meer dan één derde van de kiezers achter zich en ook de grootste in België. Deze partij bezet de sleutelposten in de Vlaamse - met de Vlaamse minister-president en drie andere departementen - en in de Belgische regering met de gezagsdepartementen van Binnenlandse Zaken, Defensie en Financiën en staatssecretariaten voor grootstedenbeleid, wetenschapsbeleid, armoedebestrijding, vluchtelingen en migratie. Toch pakken zich donkere wolken samen boven de toekomst van de natie en de Vlaamse bevolking in het “moment de gloire” van de politieke Vlaamse beweging.

Bijna alle flaminganten voelden bijna een hemelse gelukzaligheid toen ze na de verkiezingen van 2014 het Vlaams nationalisme door de grote poort de politieke machtscenakels zagen binnenstappen en de belgicistische partijen een ongekende opdoffer gaven. Macht, bevoegdheden en benoemingen en miljoenen euro’s wachtten. Na een lange mars door de woestijn zou eindelijk het “zelfbestuur” aan de gezichtseinder verschijnen als opstapje naar een onafhankelijk Vlaanderen zoals aangegeven in artikel 1 van de statuten van de N-VA. Zelfs niet direct rechtse flaminganten sloten aan in de lange stoet van de N-VA met het argument dat Vlaanderen eerst maar eens onafhankelijk moest worden. Dat is niet gebeurd. En dat ligt natuurlijk niet alleen aan de N-VA. De tegenkrachten zijn soms sterker dan men denkt. Het tragische is dat de ideologie van de grootste Vlaams-nationalistische partij mede de basis zal leggen, samen met de bondgenoot geworden rechtse belgicisten, tot de ontmanteling van Vlaanderen als natie, tot een chaotisch territorium, een jachtgebied voor winstmaximalisatie. Karel Van Eetvelt, voorzitter van het Unizo, sprak enkele jaren geleden zelfs van een shockdoctrine voor Vlaanderen. Het herinnerde ons aan het boek van de Canadese journaliste Naomi Klein “de shockdoctrine, de opkomst van het rampen kapitalisme” (2007).

Aan de basis van de liberale opstelling van de grootste Vlaams- nationalistische partij ligt een stevig narratief. N-VA- Voorzitter Bart De Wever, de Grote Leider, placht nogal eens, als historicus van opleiding, te pochen met zijn kennis van het verre Romeinse verleden. Als sterretje aan zijn intellectuele firmament is dat mooi meegenomen. Maar de Grote Leider heeft nog meer intellectuele inspiratiebronnen die relevanter zijn voor de actuele koers van de N-VA. Er is de conservatieve filosoof Edmund Burke die op het boekenplankje van de Leider ligt. Herinner U het binnenhalen van de publicist Dr. Anthony Daniels, alias Theodore Dalrymple. Het is een reactionair Engels psychiater die bij stakingen in Engeland voorstelde ze te breken door het leger in te zetten. Hij hangt de liberale optie aan: een sterk beleid voor de zwakken en een zacht beleid voor de rijken en sterkeren. Er is nog iemand die helpt om de strategie van de Grote Leider vandaag beter te begrijpen. Bijna 50 jaar geleden, in 1968, schreef de Tsjechische Prof. Miroslav Hroch, het standaardwerk “Social Preconditions of National Revival in Europe”. In verschillende interviews vertelde Bart De Wever hoe hij dit boek verslonden heeft in de jaren negentig van vorige eeuw. Hij zal dan wellicht ook de hoofdgedachten van het boek “geïnternaliseerd” hebben. De hoofdstelling van de prof is dat de vorming van een natie niet volgens de natuurwetenschap verloopt, maar dat de sociale omstandigheden van de natie allesbepalend zijn. Nationalisme, als het succesvol wil zijn schreef Hroch, mag niet de natie als doel zien. Maar als middel om thema’s aan te pakken waar grote groepen in de natie van wakker liggen: sociale- en economische vooruitgang, minder belastingen, strengere migratieregels,…(weekblad De Standaard). De Wever verklaarde nog in Humo (2014): “Je hebt een electorale bom in handen als je de nationale beweging kan articuleren in sociaaleconomische termen die grote delen van de Vlaamse bevolking beroeren”. De intellectuele mentor van de grote Leider, Prof. Hroch verklaart in een interview vandaag “Vlaanderen is een natie met een eigen academische elite, eigen ondernemers, een hoge cultuur”. Hij denkt niet dat er een eigen Vlaamse staat nog nodig is. Hij stelt retorisch de vraag in een interview in het weekblad van De Standaard enkele jaren geleden: “Wordt de Vlaamse cultuur onderdrukt? Bevindt het Nederlands zich nog in het verdomhoekje? Zit het onderwijsbeleid nog niet in Vlaamse handen? De Vlaamse natie heeft alle sociale lagen bereikt”. Voor Hroch is in Vlaanderen de natievorming voltooid. Dit alles sluit perfect aan bij wat in de lagere- (middenklassen) en hogere burgerij in Vlaanderen leeft en wellicht ook in grote delen van de N-VA end e Vlaamse Beweging, of wat ervan overblijft.

De Vlaamse beweging is voor Bart De Wever dan ook irrelevant geworden in dit “voltooide Vlaanderen”. De natievorming van Vlaanderen kon na de tweede wereldoorlog, (toen na de extreemrechtse ontsporing tijdens de wereldoorlog het democratisch flamingantisme terug aan zet was) rekenen op een gunstige sociale omgeving. De economische ontwikkeling en de uitbouw van de nationale welvaartsstaat, het succes van de Vlaamse beweging (massabetogingen begin jaren zestig) en van de Volksunie slaagden erin een democratisch project van Vlaamse “nation building” te vertolken in een Belgische context en deels te realiseren. Ook met steun in andere partijen van vooraanstaande personaliteiten (o.m. Jan Verroken, Luc Van den Brande, Hendrik Fayat, enz,enz…). Met het Egmontpact werd de zwanenzang van de Volksunie ingezet.(1977)

Toen wij in 2006, met een werkgroep van sociaal flaminganten samen zaten voor het maken van een planning voor een boek over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, viel bij één van de deelnemers, nu een Vlaams parlementslid, de uitspraak dat met de staatshervorming en de eigen bevoegdheden van het natie vormend proces van Vlaanderen voltooid is. We zijn nu tien jaar later en we weten niet of dezelfde persoon nog zo zeker is van zijn stelling. Immers, de geschiedenis is niet altijd een continue opgaande lijn. Er zijn ook periodes van achteruitgang, zelfs verval. Geen enkele verworvenheid staat definitief in de stenen gebeiteld.

 

Van het “voltooide” naar het verdampte Vlaanderen?

Sommige Vlaamsgezinden geloofden wat overmoedig dat België zou verdampen in het grote ‘Europa’. Maar vandaag ziet het ernaar uit dat in plaats van België, Vlaanderen zou kunnen verdampen. Internationaal zeker, maar er is ook een interne verdamping van Vlaanderen. In wat volgt beschrijven we wat meer in detail twee belangrijke thema’s waarin het gevaar van een intern verdampingsproces speelt: de interne staatshervorming en het energie-EANDIS -dossier

 

De interne staatshervorming

Hoe een christelijk geloofspunt een neoliberale opportuniteit wordt: het subsidiariteitsbeginsel. Het principe houdt in dat hogere overheden niet moeten doen wat door lagere instanties kan worden afgehandeld. Het spreekt voor zich dat de machtsverhoudingen grotendeels zullen bepalen wat op het ene en het andere niveau thuishoort. Recent is het subsidiariteitsprincipe weer opgedoken in het debat over de interne staatshervorming. De gemeenten zouden zo meer bevoegdheden moeten krijgen ten koste van het provinciale en nationale niveau. Immers, het gemeentelijk niveau staat het dichtst bij de mensen wordt gezegd.

In het Ancien Régime stonden de gemeenten dicht bij de mensen. Gemeenten als dusdanig bestonden niet, maar wel sterke gemeenschappen per stad of dorp, rond de kerktoren, de kassei- of aardewegen waren de verbinding tussen dorpen die te voet of met paard en kar werden overbrugd. In die gemeenschappen waren er duidelijke afspraken over rechten en plichten, het gewoonterecht ging zeer ver. De gemeenschappen waren sterk op zichzelf aangewezen en de invloed van de staat was nog beperkt. Na de Franse Revolutie nam de rol van de nationale staat toe. Gemeenten werden geïnstitutionaliseerd. Ze werden belast met het uitvoeren van nationaal beleid. Ze kregen heel wat bevoegdheden. Gemeenten konden eigen besluiten en reglementen opstellen, ze kunnen belastingen heffen en premies, subsidies toekennen. De gemeentelijke politiek heeft een groot aandeel in het feit dat we in het lelijkste land van de wereld leven. Wie met de trein reist, kan de achterbouw- koterijen tellen in een eindeloze variatie. De gemeentebestuurders strooiden kwistig met verkavelingsvergunningen en konden op eigen initiatief bestemmingsplannen opstellen (Algemene Plannen van Aanleg, APA’s en Bijzondere (BPA’s). Landbouwers, de Boerenbond en de toen oppermachtige CVP veranderden weiden en akkers in verkavelingen. Lokale besturen stonden te dicht bij de bevolking, en het duurde tot de jaren negentig vooraleer er werd ingegrepen.

Tijdens de regering Luc Van den Brande en aangespoord door de oppositie zette de jonge Vlaamse regering de bakens uit voor een gemeentelijk beleid. Het is de tijd van het Duinendecreet (1993), Het Bodemsaneringsdecreet (1995), het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997) of de daadwerkelijke afbraak van illegale woningen en weekendverblijven. Maar de ambitie om het beter te doen dan vorige generaties duurde niet lang. Onder invloed van de neoliberale vloedgolf kwam er een tegenbeweging op gang die leidde tot de zogenaamde “interne staatshervorming”.

Bij de verkiezingen van 1999 werd de oppositie opgenomen in het establishment en werkten neoliberale krachten aan een beleidsomslag. Op het vlak van ruimtelijke ordening zorgde minister Dirk Van Mechelen (VLD) voor een breuk met zijn socialistische voorgangers. Al in 2000 was zijn eerste wetgevend werk klaar. In 2003 kende de patroonsorganisatie De Bouwunie hem de prijs van de “Glazen Baksteen” toe voor zijn verdienstelijk beleid. De motivatie van de prijs zegt klaar en duidelijk waarover het gaat: “Winnaar Dirk Van Mechelen dankt zijn nominatie aan de vele initiatieven die hij heeft genomen om de ruimtelijke ordening in Vlaanderen op een moderne, minder betuttelende leest te schoeien. Positief waren zijn inspanningen om de doorlooptijd van de bouwvergunningen te verminderen, zijn versneld aansnijden van woonuitbreidingsgebieden, de maatregelen om eigendomsverwerving te vergemakkelijken en zijn oplossingen voor zonevreemde woningen en bedrijven”. Door de gemeentebesturen meer bevoegdheden te geven nam het gewicht van de politiek in het vergunningenbeleid sterk toe. Het direct contact met de burger –zonder inmenging van de betuttelende ambtenaar – zou het vertrouwen in de politiek terug herstellen. Bij de regeringsvorm in 2004 kwam er een verzoening tussen de liberalen en de christendemocraten: zij vonden elkaar in een dereguleringsprogramma waarin de rol van de politiek werd versterkt.

In de periode van de neoliberale “groei” van de economie werd de band tussen partijpolitiek en bedrijfsleven explicieter. Het Vlaams bedrijfsleven nam de stuurknuppel van de politiek over. In 2004 werd Kris Peeters van Unizo door de CD&V benoemd als minister en drie jaar later was hij de eerste niet-verkozen minister-president van Vlaanderen. In aanloop naar de verkiezingen van 2009 lieten zowel Unizo als Voka duidelijk weten waar het naartoe moest met de overheid. In lijvige nota’s eisten beide drukkingsgroepen een slankere en efficiëntere overheid. In hun voorwoord scheven Voka-zwaargewichten Philippe Muyters (gedelegeerd bestuurder) en Urbain Vandeurzen (voorzitter) dat een mini-overheid nodig is om middelen vrij te maken die dan kunnen geïnvesteerd worden in de groeikracht van de economie en kunnen helpen om de effecten van de vergrijzing op te vangen. Bij de verkiezingen van 2009 vielen de liberalen uit de boot. De N-VA ging echter voort op de ingeslagen weg. N-VA-voorzitter Bart De Wever verklaarde toen dat het “Voka mijn baas is”. Als blijk van waardering werd de niet-verkozen Voka-baas Philippe Muyters opgenomen in de Vlaamse regering. De afslankingsmachine voor de Vlaamse overheid werd in gang gezet en zorgde voor een inkrimping van het personeelsbestand en de groei van uitbestedingen van taken aan privé ondernemingen.

Een speerpunt van het hervormingslijstje van de Vlaamse regering is de “versterking” van de lokale besturen. N-VA-er Geert Bourgeois is er heilig van overtuigd dat de lokale besturen meer vertrouwen moeten krijgen, zonder betutteling van de Vlaamse administratie. Op 8 april 2011 werd een Witboek Interne Staatshervorming goedgekeurd door de Vlaamse regering met een hele reeks maatregelen. Voor de neoliberale, Vlaamse patronale lobby was de interne staatshervorming een weergaloos succes. In naam van de gemeentelijke democratie werd een grondige deregulering, versnippering van het lokaal bestuur doorgedrukt. Daarbij worden de financiële middelen niet voorzien die de uitgebreide taken moeten dragen.

Deze “interne staatshervorming” is bijna even belangrijk als de het mondiaal vermalen van de soevereiniteit en identiteit van de volkeren. De groenen en sociaaldemocraten die tussen 1999 en nu meestal in de Vlaamse regering zaten hadden ofwel niks door of deden geen ernstige pogingen om deze evolutie af te wenden.

De interne staatshervorming brengt ons van de 21e eeuw terug in de gemoderniseerde vorm van feodaliteit. We vernoemen vijf belangrijke gevolgen:

  1. De gemeentelijke beslissingen zullen nog meer dan vroeger electoraal geïnspireerd zijn. Het bedienen van kiezers, vrienden en familie waardoor het algemeen belang nog meer uit het zicht verdwijnt. Het weigeren van een vergunning omdat het algemeen belang wordt geschaad kan politieke zelfmoord betekenen voor de lokale mandataris.

  2. De dossierkennis is een ander probleem. De druk op administraties wordt zodanig verhoogd dat de kwaliteit van het werk naar een absoluut dieptepunt is gedaald.

  3. Het resultaat van de interne staatshervorming is een groeiend ongelijkheid tussen gemeenten. Er is het fenomeen van het containerpark-shoppen, en in de ene gemeente is er trajectcontrole, in de andere niet. In de ene gemeente worden bibliotheken gesubsidieerd, in de andere gemeente worden ze afgeschaft en in nog een andere zijn ze geprivatiseerd.

  4. Heel wat taken zullen niet meer, of slecht worden uitgevoerd. Door de besparingen zijn de gemeentelijke diensten zo sterk afgeslankt dat ze niet meer naar behoren functioneren. Private bedrijven profiteren hiervan omdat ze over veel geld, kennis en het nodige personeel kunnen aanbrengen. Private bedrijven zullen maximaal gebruik aken van de schaalvoordelen die zij hebben en de gemeenten ontberen.

  5. Vanuit Vlaamse patronale kringen wordt een echte psychologische oorlog tegen de overheid gevoerd en worden de ambtenaren systematisch in een slecht daglicht geplaatst. Herinner U de uitspraken van Unizo-voorzitter Karel Van Eetvelt over de “taliban-ambtenaren”. Natuurlijk zijn sommige optredens van ambtenaren te arrogant, te formalistisch. Maar door permanente wetswijzigingen, hervormingen, besparingen en uitbesteding aan privé firma’s wordt een slecht klimaat gecreëerd zowel bij de bevolking als de ambtenaren. Bijvoorbeeld de ingevoerde koffieautomaten in de Vlaamse administratie zullen volgens berekeningen van de vakbonden meer kosten dan het uitgespaarde personeel. En vooral ontbreekt de brug tussen ambtenaren en burger als de overheid geminimaliseerd, zelfs gedemoniseerd wordt. Om zo de weg vrij te maken voor privatiseringen van een minimaal overheidsapparaat. En dit exclusief ten dienste van een kleine groep in Vlaanderen die van de Vlaamse overheid een agentschap willen maken ten dienste van zijn winstbelangen.

 

Het energiedossier EANDIS

Als er één terrein is waar de soevereiniteit van volkeren van belang is, dan is het de energievoorziening. In Vlaanderen is de gas- en elektriciteitsdistributie in handen van de gemeentebesturen via EANDIS. Wanneer er nieuw kapitaal moet gevonden worden dan is er naar vorm en inhoud geen democratischer proces mogelijk waarin de soevereiniteit van Vlaanderen kan gevrijwaard worden. Maar wat gebeurde er met het dossier van EANDIS? Juist het omgekeerde, zowel naar de methode als naar de inhoud.

Maandenlang werd in de achterkamertjes door een aantal goeroe’s van de Vlaamse lokale politiek van Cd&V, Open VLD, SP.a en de nieuwe partij in de club, de N-VA, onderhandeld met de Chinezen over de voorwaarden van hun inbreng. Behalve een aantal ingewijden wist de bevolking van niks. De Chinezen hadden het pleit gewonnen van een 70-tal Westerse pensioen- en andere fondsen en waren bereid het hoogste bedrag, 830 miljoen euro in te brengen. Het zou hen een jaarlijks inkomen van zo’n 40 miljoen euro opbrengen. Was dit een louter financiële operatie van de Chinezen? We denken het niet, gezien ze 3 bestuurszitjes zouden verwerven in de raad van bestuur. Gingen de taalwetten gerespecteerd worden? De Chinezen zouden inspraak krijgen in het businessplan, de financiële plannen en de dividendenpolitiek. Er werd bedongen dat indien zij niet akkoord gingen met het bedrijfsbeleid en er geen verzoening mogelijk is, zij hun aandelen zouden kunnen verkopen aan een derde bedrijf of Eandis kunnen verplichten hun participatie over te nemen. In feite ging het over een begin van privatisering van een gemeentelijk bedrijf.

 

Maar toen het moment van beslissen in het zicht kwam in een algemene vergadering van EANDIS kwam het publieke debat op gang vooral in de media en in de gemeenteraden. Op een open debat hadden de lokale politici en de technocraten van EANDIS niet gerekend en dachten de deal met de nieuwe Chinese partner er te kunnen doorsluizen. In het debat ontstonden drie grote blokken. Het eerste dat EANDIS ziet als strategisch Vlaams bedrijf, als een openbare dienst waarin de Vlaamse soevereiniteit (“Vlaamse verankering”) en de democratische controle prioritair is (Groen, Vlaams Belang en de PVDA). Er ontstond een tweede blok dat EANDIS gedeeltelijk wilde privatiseren met de N-VA en de CD&V. En een derde “paars” blok dat verdeeld was over vernoemde opties. Het publieke debat was zo pittig in media en gemeenteraden dat uiteindelijk de deal met de Chinezen niet doorging. Dit dossier EANDIS was van Vlaams-nationaal belang. Toch vond de Vlaamse minister-president G. Bourgeois niet dat de Vlaamse regering dit gemeentelijk dossier naar zich moest toetrekken. Hij verschuilde zich achter een formeel argument nl. dat dit een decreetwijziging zou vereisen. Merkwaardig dat dit dossier dat de soevereiniteit van Vlaanderen mede bepaalt de moeite niet waard was voor de Vlaamse regering om het op Vlaams niveau te behandelen.

Als sociaal flamingant zijn we verheugd dat de deal met de Chinezen werd afgeschoten en dit na een publiek debat waarin de stellingen van sociaal flaminganten (verankering, strategisch bedrijf, democratische inspraak…) ernstig aan bod kwamen. Maar er zijn vele vragen die overblijven. Waarom onderhandelde de politieke klasse in achterkamertjes? En waarom wordt de Vlaamse spaarder buiten spel gezet? Waarom gaf de politieke klasse niet de kans aan de Vlamingen die op een berg spaargeld zitten een inbreng te doen met hetzelfde gewaarborgde rendement zoals aan de externe investeerder beloofd? Private investeerders hebben geen plaats in zeer strategische bedrijven voor naties. Energie moet een volwaardige openbare dienst worden, onder de vorm van een coöperatieve bedrijfsstructuur, met inspraak van gemeenten, werknemers en consumenten. Tot ongenoegen van de grote concerns richten groepen van Vlaamse burgers in regio’s productiecoöperatieven op voor duurzame energie. De vele burgerinitiatieven bieden hoop voor een Vlaanderen dat niet meer afhankelijk is van de grote energieconcerns, maar zijn lot in grote mate in eigen handen neemt in deze strategische sector. Nu nog de politieke klasse.

 

 

De internationale omgeving: volkssoevereiniteit of mondiale plutocratie?

Vele volkeren komen in verzet tegen de mondiale plutocratie. In Vlaanderen wordt de dominerende politieke klasse spookrijder. Ze rijdt in de omgekeerde richting van de geschiedenis: ze geven volledige steun aan de mondiale elite, aan de globalisering, aan de internationale verdragen zoals CETA en TTIP (die in feite protectionistische verdragen zijn voor de multinationals). De machtsovername via deze verdragen, zullen de multinationals en hun mondiale technocratieën zoals IMF, Wbank, EU toelaten hun macht te betonneren, met speciaal daarvoor in het leven geroepen private rechtbanken. De plutocratische geldelite heeft de oorlog verklaard aan de soevereiniteit , de democratie en de culturele vrijheid van de volkeren.

Het is een ware staatsgreep tegen de sociale zekerheid van de volkeren ten gunste van de aandeelhouders en hun blijkbaar soevereine rechten op maximale winsten.

 

De Vlaamse vredesgedachte was jarenlang een kroonjuweel van de Vlaamse beweging. Vandaag is er geen sprake meer van. Vandaag voeren de Belgische en Vlaamse regeringen trouw de eisen uit van de NAVO in verband met de oorlogen in het Midden Oosten. Er worden plannen gemaakt voor de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen en verkopen we onderdelen van wapens aan Saoedi-Arabië, een theocratische dictatuur die de grote sponsor en inspirator is van het islamterrorisme.

Het voorbije jaar vonden twee belangrijke gebeurtenissen plaats in de machtscentra van de mondiale neoliberale wereldorde: de VSA en Groot-Brittannië.

De verkiezing van vastgoedoligarch Donald Trump tot president van de Verenigde Staten en de Brexit van Groot Brittannië uit de EU.

Beide campagnes werden gedragen door een hevig anti-elite sentiment geassocieerd met de mondiale neoliberale wereldorde en de drang terug te keren naar de nationale soevereiniteit. Dit nationalistisch reveil komt van een publiek dat een terecht gevoel heeft dat de gemondialiseerde economie hen besteelt en uitbuit, de oorzaak is van veel sociale afbraak, de wolven in Wall Street en London City doet feesten en spot met de armen in de verpauperde steden en wijken. We denken ook aan de reeks geldverslindende oorlogen ter verovering van nieuwe markten, enz.

De nationale soevereiniteit moet de democratische controle op de economie, de cultuur en het welzijn terug vergroten.

De vooruitzichten voor Trumps beleid voorspellen weinig goeds voor de Amerikaanse bevolking, door de benoeming van een aantal Goldman Sachs boys op de sleutelposten van zijn regering. Deze bank is het symbool van een rot banksysteem, dat mede aan de basis lag van de crisis van 2008.

In Groot-Brittannië liggen de kaarten enigszins anders. De nieuwe eerste minister, domineesdochter Theresa May, spreekt regelmatig over de noodzaak van een rechtvaardig kapitalisme, dat iedereen ten goede komt als antwoord op de Brexit, dat voor haar ook een sociale revolte was. Gaan de conservatieve krachten deze stelling van T. May aanvaarden?

De gewezen linkse Amerikaanse presidentskandidaat Bernie Sanders, die de nominatie verloor aan Hillary Clinton in de Democratische Partij, wijst in de eerste plaats naar de machtssymbolen van de geglobaliseerde economie die moeten aangepakt worden om de welvaart en het welzijn van de Amerikanen substantieel te verbeteren. Naar Amerikaanse omstandigheden wil hij als socialist een binnenlandse politieke revolutie: het opdoeken van de zogenaamde vrijhandelsverdragen, de te grote banken in Wall Street opdelen in kleinere, meer regulering ten bate van het openbaar belang, het cultureel overwicht van de grote media- concerns indammen, het onderwijs democratiseren, een gezondheidszorg betaald door de staat en beschaafde lonen en sociale uitkeringen.

De oproepen vanuit het Washington- establishment tot eenheid in de VSA betreffen niet alleen eenheid tussen de sociale klassen, maar ook voor de staten waar een sterke soevereinistische beweging aan het groeien is. In Californië (de 6e economie van de wereld, groter dan bijv. Frankrijk) wordt in 2019 een referendum georganiseerd voor een zogenaamde CALEXIT, in Texas is er ook een beweging naar TEXIT, in Puerto Rico leeft ook een autonomiebeweging. Met het recente overlijden van Fidel Castro Ruz verdwijnt een belangrijk symbool van strijd voor nationale onafhankelijkheid. Het kleine eiland Cuba dat meer dan vijftig jaar moest opboksen tegen boycot, moordaanslagen en terrorisme van de grote buur, de VSA. Die grote buur mislukte om een “regime change” te bewerkstelligen in Cuba. Fidel Castro en zijn ploeg bouwde een performant gezondheidssysteem uit en onderwijs waaremee het ver op kop staat in de derdewereldlanden. Hij is een monument van de strijd voor soevereiniteit en solidariteit. Ook met het buitenland. Ondermeer zijn bijdrage in de (militaire) strijd tegen het Zuid-Afrikaanse Apartheidssysteem, en de steun aan Venezuela op het vlak van gezondheidsbeleid.

Sociaal flaminganten: Werk op de plank!

De interne staatshervorming, de mislukte deal met de Chinezen bij EANDIS, zijn slechts enkele voorbeelden. We zouden het ook kunnen gehad hebben over de beerput van de Gentse Optima-bank, het sociaal beleid dat hard is voor de zwakken en zacht voor de machtigen en rijken, de zorgwekkende toestand van de Vlaamse zorgsector die vorige week 15.000 betogers naar Brussel bracht, de klassenjustitie waar miljardairs processen voor wat zakgeld kunnen afkopen, natuurlijk de onrechtvaardige belastingen, de rol van de belastingsparadijzen,enz , enz…).

En dat alles met actieve medewerking en/of laksheid van de huidige politieke klasse aan de macht! De voorbeelden tonen aan dat de opbouw van een soeverein Vlaanderen verre van voltooid is. Vlaanderen mag geen Bokrijk worden, geen territorium voor inboorlingen, een strook grond aan de Noordzee, in de Schelde- Maas-Rijndelta, als jachtgebied voor winstmaximalisatie van enkelen. Er is echter hoop. Vlaanderen vertrok in de 19e eeuw van een veel slechtere uitgangspositie. Vooral door de moed en het inzicht van sociaal flaminganten toen kwam daarin verandering met steun van de brede maatschappij.

Vandaag beschikt het onvoltooide Vlaanderen nog over voldoende welvaart, potentieel aan kennis, kunde, spaargelden, en een wijd vertakt pluralistisch sociaal middenveld om een tegengewicht te bieden voor de krachten die werken aan de verdamping van Vlaanderen.

  1. Sociaal- flaminganten hebben een belangrijke cultureel-politieke rol te spelen in de ideeënstrijd rond cultureel pluralisme, de vrede, ecologie,…

We moeten beginnen bij het begin. Meer dan ooit is het noodzakelijk dat sociaalflaminganten initiatieven nemen om het historisch beeld van de Vlaamse beweging in eigen termen te schrijven en zo het heersende beeld aan te vullen of te corrigeren. Immers, de geschiedenis van een volk is overwegend het verhaal van de heersende klasse. Zo wordt het zelfbeeld van het volk over zijn geschiedenis geconstrueerd volgens het wereldbeeld van de heersende klasse. De geschiedenis van het sociaal flamingantisme en haar kijk op de geschiedenis is niet toevallig een zwarte vlek in het collectieve geheugen van heel wat Vlamingen. We herhalen: de onzalige opsplitsing in onze emancipatiebeweging van een “Vlaamse” en “sociale” vleugel in Vlaanderen leidt naar afbraak en verdamping zoals we vandaag vaststellen. Initiatieven zoals deze 10e Trefdag, en van Vlinks, van het PDFonds, de site van V-SB en Meervoud proberen daaraan te verhelpen.

Sociaalflaminganten hebben een verleden. Anno 2016 beschouwen zij zich als de erfgenamen van die flaminganten, sociaaldemocraten, christendemocraten, marxisten, groenen, vakbondsmilitanten, leefmilieu- en vredesactvisten,… die nooit de scheiding aanvaard hebben tussen de sociale en Vlaamsgezinde stromingen. Grote historische figuren uit de voorbije 150 jaar geschiedenis zijn daarvoor een dagelijkse inspiratiebron. In dit verband kondigen we met groot genoegen aan dat in maart e.k.historisch boek van Joost zal verschijnen over Gent, “bakermat van democratie en socialisme”

 

  1. Vlaanderen moet heroverd worden op de geglobaliseerde Belgicistisch- Vlaamse-middens. Vaak wordt het argument gebruikt dat de huidige problemen te grootschalig zijn geworden voor kleine staten. Daaruit spreekt een groot wantrouwen. De werkelijkheid weerlegt dat wantrouwen. Er bestaan duizenden verdragen tussen staten, kleine en grote, over een grote waaier van onderwerpen. Het Klimaatakkoord is onderhandeld tussen tientallen kleine en grote staten. Tussen Nederland en Vlaanderen bestaan tientallen akkoorden. Trouwens, de oprichting van kleine staten recent in bijv. Het Balticum, Tsjechie en Slowakije, Kosovo zijn demografisch en economisch van kleiner gewicht dan Vlaanderen en worden niet in vraag gesteld.

Door de ontwikkeling van de bevolking, de grote kennis en kunde en het bestaan van een berg spaargeld, de hoge sociala-economische status van Vlaanderen in

de wereld, kan een eigen Vlaams beleid op vele domeinen vorm krijgen in samenwerking met de Nederlandse noorderbuur van 16 miljoen nederlandstaligen.. Er ligt een enorm terrein te wachten waarop natiestaten een eigen beleid kunnen vorm geven. We verwijzen in dit verband naar de interessante discussie en afloop van het EANDIS-verhaal (zie boven).

Strategisch moet Vlaanderen de politieke- institutionele middelen in handen krijgen via een Constituante en een Voorlopig Bewind om zijn instellingen soeverein en democratisch op te bouwen. Vlaanderen moet uit handen getrokken worden van de Voka-Unizo-boys en van hun politieke lobby’s die van ons land het wilde westen maken.

Er is een nieuwe vorm van incivisme zich aan het voltrekken als we niet oppassen: het incivisme van bepaalde delen van een Vlaamse midden- en hogere burgerij, multinationals die het voor zich zelf goed hebben en geen of nauwelijks belastingen betalen met winsten gemaakt door de kennis en kunde van Vlamingen. Ze trachten alle instrumenten die het moeten doen om het algemeen belang te dienen van meer dan 6,6 miljoen Vlamingen onderuit te schoffelen met de hulp van de Vlaamse politieke klasse. Dat incivisme van de Optimabonzen, van AB InBev, van de Hutsen, van kasteelheer Marc Coucke, de Antwerpse diamantairs, de baggeraars, de vastgoedontwikkelaars, de zelfstandige beroepen die belastingsparadijzen opzoeken, zuigt het sociaal weefsel leeg, ondermijnt de solidariteit en vluchten met de ervoor noodzakelijke euro’s naar belastingsparadijzen. Ze vreten het land kaal.

Het “voltooide Vlaanderen” tracht de tanden van de Vlaamse leeuw te breken, zijn nagels uit te trekken hem uit te hongeren en naar de voedselbank te sturen. Om hem nadien te laten optreden in het circus van een verdampt Vlaanderen. Sociaal flaminganten samen met vele andere Vlamingen moeten Vlaanderen terug op de rails krijgen. 

Miel Dullaert