De illegale en illegitieme verkiezingen die door het regime in Madrid uitgeschreven werden nadat het op 27 oktober 2017 zijn staatsgreep op de instellingen van de Catalaanse Autonome Gemeenschap (CAG) uitvoerde, hebben de Catalaanse independentistische partijen verplicht om de door het Spaanse regime met gerechtelijke repressie verhinderde campagne voor de volksraadpleging van 1 oktober jongstleden toch te voeren.

 

In haar programma en campagne legt de Candidatura d’Unitat Popular (CUP) er de nadruk op dat na de verkiezingen van 21 december de pro-onafhankelijkheidspartijen het mandaat van de 2,2 miljoen stemmen voor de oprichting van een Catalaanse republiek moeten uitvoeren. Dit moet gebeuren door de Wet op de Juridische Transitie en de Oprichting van de Catalaanse Republiek die op 8 september 2017 gestemd werd in het parlement van de CAG in de praktijk om te zetten met onder meer de oprichting van een Catalaanse centrale bank, een Catalaanse belastingdienst en door het samenroepen van een grondwetgevende vergadering. De CUP maakt haar steun aan een nieuwe regering van de CAG afhankelijk van 12 breekpunten waaronder het opnieuw operationeel maken van de alle wetten van de CAG die door het regime in Madrid en zijn Grondwettelijk Hof werden “opgeheven” of tenietgedaan, waaronder de “decreten op de waardigheid” met onder meer een wet tegen de energiearmoede, een wet tegen uithuiszettingen, een wet op de gelijkheid tussen man en vrouw, enz., en de oprichting van een Catalaanse overheidsbank en een publiek netwerk voor telecommunicatie. In het geval dat de pro-Spaanse partijen winnen of de andere independentistische partijen zich zouden beperken tot het bestrijden van de effecten van de Spaanse staatsgreep via de PP-interpretatie van het beruchte artikel 155 van de Spaanse grondwet neemt de CUP zich voor niet aan de parlementaire handelingen in de CAG deel te nemen of indien mogelijk tactisch voor blokkeringsstemmen te zorgen. Hiermee sluit de CUP in ieder geval ook de mogelijkheid uit dat ze steun zou geven aan een linkse meerderheidsregering in de CAG van ERC, PSC en Catalunya en Comú die eventueel zou kunnen worden gevormd in ruil voor het opbergen of uitstellen van de onafhankelijkheidsoptie en het transitieproces. Dit is een idee dat speelt in het pro-Spaanse kamp waar onder meer Ciutadans de Catalaanse sociaaldemocraten van de PSC ervan beschuldigd daarop te mikken.

Esquerra Republicana de Catalunya (ERC) maakt in zijn verkiezingsprogramma geen melding van meer van het routeplan naar onafhankelijkheid. De partij eist dat het regime in Madrid na 21 december in een “bilaterale dialoog” met de nieuwe regering van de CAG treedt. Als het regime in Madrid dit niet doet zegt ERC alle wetten die door Madrid en zijn Grondwettelijk Hof zijn “opgeheven” of tenietgedaan opnieuw in werking te willen stellen, de ontslagen of verwijderde ambtenaren zoals Josep Lluís Trapero als commandant van de Mossos d’Esquadra opnieuw in hun functie te willen herstellen en de 13 Catalaanse ambassades die het regime in Madrid gesloten heeft opnieuw te openen. In haar programma heeft ERC het over “het intensiveren van de internationale agenda van de regering [van de CAG] om een grotere erkenning van onze realiteit buiten het land na te streven”. De partij wil ook meer middelen geven aan de ondertussen door het regime in Madrid buiten werking gestelde Belastingagentschap van Catalonië en het Agentschap voor Sociale Bescherming die volgens ERC in de eerste plaats noodzakelijk zijn om de sociale situatie te verbeteren. ERC stelt deze instellingen in zijn campagne niet meer voor als “staatsstructuren”. ERC wil ten slotte dat de Spaanse regering alle procedures intrekt die ze aangespannen heeft bij haar Grondwettelijk Hof tegen 44 wetten die door de regering van de CAG in de huidige legislatuur werden goedgekeurd. Vanuit de gevangenis heeft ERC-voorzitter Oriol Junqueras ERC ondervoorzitter Marta Rovira, de huidige fractieleidster van ERC in het parlement van de CAG, naar voor geschoven als nieuwe president mocht ERC dé pro-onafhankelijkheidspartij worden na 21 december, zoals veel peilingen voorspellen.

De lijst Junts pel Catalunya van de PDeCAT, Demòcrates (independentisten voortkomend uit de christen-democratische Unió Democratica de Catalunya) en een groot aantal onafhankelijke persoonlijkheden, voert vooral campagne met videoconferenties van president Puigdemont. Puigdemont eist de intrekking van alle aanklachten in verband met het onafhankelijkheidsproces. Op een persconferentie in Brussel op 12 december verklaarde hij “een nieuw statuut noch een grondwetshervorming na te streven”. “Wij willen aan tafel zitten om te praten over een nieuwe relatie tussen Catalonië en de Spaanse staat, maar we zijn bereid om te luisteren of ze een nieuw voorstel hebben. Als het onze wens is om een onafhankelijke republiek te zijn, moeten ze dat aanvaarden.” “De meerderheid van de independentisten wil onderhandelen en dialoog. Onze vastberadenheid zal ons geen minuut doen afwijken van de methode van de dialoog. De enige unilateraliteit is die toegepast door de [Spaanse] staat met het artikel 155.” “Ik zou willen weten welke argumenten ze hebben om zich niet aan tafel te zetten,” besloot Puigdemont.

Zowel ERC als Junts pel Catalunya ontkennen dat er tegenstrijdigheden in hun campagnes zitten. Marta Rovira zegt dat “er vele manieren zijn om hetzelfde te zeggen”. Puigdemont verklaarde in Brussel dat hij er “de voorkeur aan gegeven had om een gezamenlijke lijst te vormen maar dat beide lijsten de regering willen behouden die illegaal vervangen is”. Het ziet er niet meteen naar uit dat er een dialoog zal komen na 21 december. Het regime in Madrid heeft al aangekondigd dat als de pro-onafhankelijkheidspartijen de meerderheid behalen op 21 december artikel 155 gewoon van toepassing zal blijven en dus een eventuele nieuwe regering van de CAG automatisch zal worden afgezet. Ondertussen heeft ook het Spaanse Hooggerechtshof de onderzoeken naar “rebellie” en “opruiing” uitgebreid naar Marta Rovira, ondervoorzitter van de ERC, Artur Mas en Marta Pascal, respectievelijk voorzitter en ondervoorzitter van de PDeCAT en Mireia Boya, en Anna Gabriel, respectievelijk voorzitter en woordvoerder van de parlementsfractie van de CUP. Bovendien wil de PP in de commissie die opgericht is in het parlement van de Spaanse staat om een grondwetshervorming te bespreken voorstellen indienen die in de toekomst meer bevoegdheden aan de Spaanse regering zouden moeten geven om onwillige regeringen van autonome gemeenschappen te kortwieken en/of af te zetten.