De protesterende jeugd heeft in het vooruitzicht van de verkiezingen paniek veroorzaakt bij het politieke personeel in het Belgische koninkrijk. In het Vlaams Parlement werd een actualiteitsdebat gehouden over de klimaatopwarming. De Belgische premier Michel poneerde eerst dat zijn regering “al veel gedaan heeft” om vervolgens de zwartepiet door te spelen aan de gewesten die dwars zouden liggen. Bart De Wever vond het als voorzitter van de grootste Vlaamse partij nodig om op een partijmeeting belerend uit te halen naar de jongeren en daarna een vrije tribune aan het klimaat te wijden in de progressief-liberale krant De Morgen. Hij vond het zelfs nodig om zowat alle radio- en televisiestations aan te doen om zijn visie op de klimaatproblematiek nogmaals uit de doeken te doen. We dachten dat CD&V voorlopig de kroon af stak met zichzelf te laten uitnodigen door schooldirecties voor een politieke propaganda toer over de “Joke van Schauvliege”, maar vervolgens verslikten we ons in onze ochtendlijke koffie toen we hoorden dat “klimaat-Joke” op een bijeenkomst van het Algemeen Boerensyndicaat vertelt dat de klimaatacties van de jongeren een samenzwering zijn tegen de CD&V, wat vervolgens heeft gezorgd voor het einde (of de onderbreking?) van haar ministercarrière. Wie doet nog straffer?

 

De V-SB roept de jeugd, en de Vlaamse jongeren in het bijzonder, op om de druk niet te laten afnemen. We hebben de klimaatspijbelaars in ons politieke bestel al te lang vrij spel gegeven. De eerste mondiale milieuconferentie waar ook de klimaatwijziging werd besproken was de Conferentie van Rio over Milieu en Duurzame Ontwikkeling die reeds dateert van 1992. Het Kyoto-Protocol dateert van 1997. Het Klimaatverdrag van Parijs dateert ondertussen ook reeds van het voorjaar 2016. Al decennia laat men na te investeren in bijvoorbeeld een “grid” om op grote schaal getijdenenergie in de Noordzee op te wekken uit eb en vloed.

Natuurlijk betogen de jongeren tegen hun eigen levensstijl. Maar zij hebben die niet zelf gekozen, laat staan zelf ontwikkeld. Het is niet de jeugd van vandaag die bepaalt dat een vliegtuigticket naar Londen minder kost dan een ticket voor de Eurostar, dat een parkeerkaart voor een wagen goedkoper is dan een voor een fiets, dat een rol toiletpapier uit gerecycleerd papier vier keer meer kost dan een waarvoor nieuwe bomen omgehakt werden, enz.

Natuurlijk zullen Vlaamse of Belgische maatregelen op zich het verschil niet maken of de gemiddelde mondiale temperatuur met meer of minder dan 2°C stijgt. Maar als hier niets gedaan wordt, met welk moreel gezag gaan we dan eisen van diegenen die wel het verschil maken zoals de VS of Duitsland, laat staan van ontwikkelingslanden als China (dat hoopt in 2040 de gemiddelde levensstandaard van Polen te bereiken) of India, dat ze ernstige maatregels nemen?

Met de voorzitter van de grootste Vlaamse partij zijn we het alvast eens dat wij “werk moeten maken van de CO2-reductie en de afbouw van onze fossiele brandstofafhankelijkheid” (De Morgen, 1/2/2019). We zijn het er ook over eens dat “noodzakelijke ingrijpende energietransitie een economische opportuniteit kan zijn”. Maar als we die duurzaam en realistisch willen houden, zullen we 100% moeten inzetten op hernieuwbare energie. En neen, ook nucleaire energie is geen optie. Nieuwe kerncentrales bouwen is peperduur en zal nog duurder worden terwijl windmolenparken op zee steeds goedkoper zullen worden volgens Chris Peeters, CEO van de netbeheerder Elia (De Standaard, 2/2/2019). Bovendien maken nieuwe kerncentrales ons niet minder afhankelijk van het (verre) buitenland, voor uranium noch voor thorium (India, VS, Australië).

De mens uit de industriële samenleving heeft een onwaarschijnlijke technologische innovatie ontwikkeld. Maar tot vandaag heeft die geen oplossing gebracht voor het gat in de ozonlaag, het fijnstof in de steden, de kwikvergiftiging van hele rivierstelsels, de enorme afvalbrij in de oceanen of het probleem van het nucleaire afval, om maar iets te noemen. Er zullen dus in de eerste plaats gedragssturende maatregelen moeten komen om de uitstoot van CO2 niet alleen ernstig af te remmen maar ook te doen afnemen. En de last van die gedragssturende maatregels moet op de schouders van de vervuilers komen: de meeste op de schouders van de grote vervuilers en de minste op de schouders van de kleinste vervuilers. Sociaal corrigerende maatregels moeten ervoor zorgen dat het “dieselproletariaat” niet het slachtoffer wordt van de “kerosinebourgeoisie”.

Belangrijke sturende maatregels kunnen alvast de volgende zijn:

  • promoten van CO2-neutrale alternatieven op vlak van korteafstandsvervoer door veel meer te investeren in de uitbouw van openbaar vervoer tegen redelijke consumentenprijzen;
  • investeren in een omslag op zo kort mogelijke termijn naar een CO2-neutrale elektriciteitsproductie door bijkomende windmolenparken in de Noordzee;
  • afschaffen van de subsidies voor salariswagens (Meer dan de helft van de bedrijfswagens gaat naar de 10% hoogste inkomens. In 2018 werden bijna 300.000 nieuwe bedrijfswagens ingeschreven die ieder gemiddeld 3.500 euro kosten aan de overheid door gederfde belastingen. De subsidie aan de bedrijfswagens ligt 57% hoger dan de gezamenlijke werkingsmiddelen van de NMBS, De Lijn en de MIVB samen. Salariswagens kosten de overheid jaarlijks bijna 4 miljard euro terwijl de werkingsmiddelen voor de NMBS, De Lijn en de MIVB samen iets meer dan 2 miljard bedragen.);
  • openbaar vervoer dat volledig gefinancierd wordt via de Vlaamse belastingen;
  • het bevorderen van korte ketens voor consumptiegoederen o.a. door een taks op e-commerce (Het onlangs gesloten Vrijhandelsverdrag tussen Japan en de EU is een voorbeeld van een slechte praktijk: dit akkoord zou de export van zuivel uit de EU naar Japan moeten doen toenemen met 215%, de export van niet-zuivelvoedingsmiddelen met 51% en de export van textiel met 220%);
  • vliegquota voor iedereen die gecompenseerd kunnen worden bij ondergebruik door de overgebruikers …