De Vlaams-Socialistische Beweging (V-SB) heeft met verbazing vernomen dat Vlaams onderwijsminister Frank Vandenbroucke, die zich enige tijd geleden nog opwierp als het sociale geweten van de Vlaamse Beweging, zou laten onderzoeken in welke mate onderricht in andere talen (lees: het Engels) mogelijk is in het hoger onderwijs. De minister die reeds verantwoordelijk is voor een aantal bedenkelijke hervormingen wil dus de commercialisering van het onderwijs nog een stap verder zetten. Deze nieuwe stap in de introductie van het Angelsaksisch model getuigt immers van allesbehalve een sociaal, laat staan socialistisch beleid, merkwaardig voor een sp.a minister.

Deze verengelsing is voor de V-SB ontoelaatbaar want het dreigt verregaande sociale gevolgen te hebben. Het recht om in het Nederlands les te kunnen volgen is een cultureel recht waar een brede volksbeweging (ook socialisten!) ruim een eeuw lang voor gevochten heeft. Blijkbaar zijn Vandenbroucke en de sp.a reeds vergeten dat hun kameraden mee op de barricaden stonden in de strijd om Leuven Vlaams te krijgen. 

Een tweede bezwaar, naast het culturele aspect, is dat deze zoveelste asociale hervorming in het onderwijs opnieuw veel studenten uit de boot zal doen vallen. Het is niet voor alle gelederen van de maatschappij weggelegd om eerst een uitvoerige opleiding Engels te volgen om vervolgens in het Engels andere opleidingen te volgen. Niet iedereen heeft de kans gehad om in Cambridge en Oxford te gaan studeren. Het lijkt ons bijzonder vreemd dat een socialistische minister actief bezig is een onderwijs te creëren op maat van de bedrijfswereld. We vrezen ook voor een domino-effect. Het verder stimuleren van het gebruik van het Engels zal tot gevolg hebben dat meer en meer richtingen en vakken zullen overschakelen op Engels, zelfs als de docent en de studenten allen Nederlandstalig zijn. Op langere termijn dreigt ook het Nederlandstalig middelbaar onderwijs onder druk te komen staan, waardoor ook scholieren wier Engels minder vlot is uit de boot dreigen te vallen. Geleidelijk aan kan zo een nieuwe sociale taalbarrière ontstaan: waar vroeger het gebruik van het Frans een manier was van de elite om zich te onderscheiden van het gewone volk, dreigt dit in de toekomst het Engels te zijn. Het is dan ook onbegrijpelijk dat een zelfverklaard socialistisch minister dergelijke asociale plannen overweegt, en dit louter in naam van de verdere vermarkting van het hoger onderwijs.

Ook lijkt minister Vandenbroucke de kennis van het Engels bij de Vlaamse studenten en professoren hoger in te schatten dan ze werkelijk is. Veel studies met betrekking tot de talenkennis in Vlaanderen wijzen uit dat het Engels lang niet zo vlot gekend is als men graag beweert, zeker niet op het academische niveau. We vragen ons ook sterk af waar de minister het onderwijzend personeel gaat halen dat voldoende bekwaam is om de studenten begrijpbaar, laat staan vlot, in het Engels les te geven.

Er schuilt trouwens een zeer merkwaardige contradictie in het feit dat men vanuit de Vlaamse regering steeds vaker pogingen onderneemt om nieuwkomers aan te sporen Nederlands te leren, en tegelijkertijd de deuren opent voor een verregaande verengelsing. Is deze ambiguïteit nog wel lang houdbaar?