Op donderdag 13 december de verschillende Europese staats- en regeringsleiders het Verdrag van Lissabon, ook wel het Hervormingsverdrag genoemd. Ondertussen is het ratificatieproces begonnen. In reeds vier Europese staten is dit afgerond; de Belgische moet nog volgen.
In tegenstelling tot de Europese Grondwet (ofwel het "Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa" zoals het voluit heet), werd dit verdag met veel minder bombarie aangekondigd. De reden ligt voor de hand: het voorstel tot Europese Grondwet werd duidelijk verworpen in Frankrijk en Nederland.
Concreet is het verdrag een opgepoetste versie van de Europese Grondwet. Iedere term die de indruk wekt van Europa als superstaat, werd achterwege gelaten. Zo zullen Europese verordeningen en richtlijnen niet omschreven worden als "wetten" en wordt de term "minister van Buitenlandse Zaken" vervangen door "Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidspolitiek". Zijn bevoegdheden blijven echter ongewijzigd. Ook geen verwijzing meer naar een Europese vlag of een Europees volkslied.
Als socialistische independentisten kunnen wij ons niet neerleggen bij dit verdrag en bij de huidige Europese Unie in het algemeen: omwille van het neo-liberale en anti-sociale karakter ervan, maar ook omwille van de dominantie van de huidige (groot-nationale) staten.
Het neo-liberale karakter knauwt zienderogen aan de sociale verworvenheden en zorgt meer en meer voor een verscherping van de tegenstelling Kapitaal en Werk.
De dominantie van de huidige (groot-nationale) staten ontzegt aan de historische staten (zoals Navarra en Schotland) en vele volkeren en culturen binnen Europa het recht op zelfbeschikking, negeert hun recht op soevereiniteit, verhindert hun territoriale eenheid, en duwt hun eigenheid, cultuur en taal in het nauw tot ze bijna of volledig verdwijnen.
Dit kan nooit het Europa zijn dat wij verdedigen. Het Europa dat wij willen, moet aan alle burgers dezelfde sociale zekerheden bieden. Tegelijkertijd moet dat Europa aan alle naties het recht op zelfbeschikking erkennen zodat elke natie op het Europese toneel kan meespelen zoals het dat zelf wil.
Anders gezegd: we kunnen dit Europa niet aanvaarden als
a) volks-soevereinistische beweging
1.De huidige Europese Unie en het Europes Verdrag van Lissabon zoals het ons voorgelegd (of beter opgelegd) wordt, beschouwt de huidige (groot-nationale) staten als enige en ware legale subjecten. Het zelfbeschikkingsrecht der volkeren is daarin niet opgenomen, waardoor de naties zonder staat of wiens historische staat uitgevaagd is, veroordeeld zijn tot verdwijning of tot assimilatie. Europa verwordt hierdoor een gevangenis voor de naties die geen eigen staat hebben.
Dit betekent dat het Europa dat wij willen historische staten (zoals Navarra en Schotland) en hun aanspraak op hun historische soevereiniteit erkent, enerzijds. Maar anderzijds ook de aanspraken op soevereiniteit die naties die historisch geen eigen staat hebben gehad, erkent. Zodoende dat deze naties als nieuwe staat aan het Europese toneel kunnen deelnemen.
Daarnaast moet Europa alle autonome regeringen en parlementen van deelgebieden binnen de staten een rechtstreekse stem geven in de Europese besluitvorming telkens wanneer het een onderwerp betreft dat bevoegdheid is van de autonome instellingen.
2.De tekst negeert taal- en cultuurdiversiteit. Enkel de dominante talen en culturen van de groot-nationale staten worden officieel erkend. Met andere woorden: het geeft de schending van culturele en taalrechten van miljoenen Europese burgers een legale basis.
Het Europa dat wij willen, erkent en aanvaardt de cultuur- en taaldiversiteit en moet alle burgers, ongeacht de taal en cultuur, gelijke rechten toekennen om hun culturele en taaleigenheid ten volle te beleven op politiek, economisch en sociaal vlak.
b) Socialistische beweging
3.De erkenning van sociale rechten van alle burgers, ongeacht hun origine, wordt niet gegarandeerd. Het Charter van Turijn blijft immers dode letter: het recht op werk, op sociale voorzieningen, op huisvesting, op sociale bescherming. Enkel de rechten van het kapitaal, van de financiële sectoren en van de meest machtige zakenklasse in Europa worden bepaald.
4.Bijgevolg verdedigt deze Europese Unie het neo-liberale model van economische integratie, promoot het privatisering van fundamentele sociale diensten zoals gezondheids- en welzijnszorg, onderwijs, sociale bijstand, energie en water. Het enige alternatief dat de tekst voorstelt voor de huidige mechanismen is de private sector.
5.De EU garandeert geen publieke participatie in beheer en controle van de bestuursorganen en construeert tegelijkertijd een immigratiepolitiek waarbij de meest fundamentele rechten van migranten in de Europese Unie niet gewaarborgd zijn. Integendeel, deze visie verdeelt de burgers in twee categorieën, wat betekent dat niet alle burgers dezelfde rechten toebedeeld krijgen.
6.De EU garandeert evenmin de gelijkheid van mannen en vrouwen. Het neemt geen initiatieven tot wettelijke maatregelen om die gelijkheid te bekomen. Gender-discriminatie blijft daardoor een standaard.
7.De EU is gedeeltelijk georiënteerd op de wapenindustrie en op een militaire strategie. Er wordt immers gedacht aan een Europees leger. Dit betekent een verhoging van de militaire uitgaven op kap van sociale uitgaven. Een ander gevolg is dat de Europese imperialistische drang groter zal worden aangezien dat Europees leger de belangen van Europese multinationals zal moet gaan verdedigen in de wereld.
8.Het is duidelijk dat de EU een preventief defensiebeleid wil uitwerken. Zowel voor de internationale aspecten als voor de interne Europese aspecten daarvan. Daarmee loopt de EU de VSA achterna, geruggesteund door de Europese politieke en militaire hiërarchie. In dat opzicht opteert de tekst ervoor om de NAVO te behouden als internationaal coördinatieorgaan voor een wereldwijde imperialistische politiek. Ook al zou het Europese leger een zekere autonomie kunnen bewaren.
9.De EU geeft de dominante staten de rol van interne ordehandhavers. Immers, in naam van veiligheid, recht en vrijheid worden fundamentele vrijheden aan banden gelegd. De staten kunnen een eenheidsdenken opleggen terwijl interne dissidentie onderdrukt mag worden met alle gevolgen vandien voor de democratie en het recht op vrije meningsuiting.
10.Het is duidelijk dat de EU een preventief defensiebeleid wil uitwerken. Zowel voor de internationale aspecten als voor de interne Europese aspecten daarvan. Daarmee loopt de EU de VSA achterna, geruggesteund door de Europese politieke en militaire hiërarchie. In dat opzicht opteert de tekst ervoor om de NAVO te behouden als internationaal coördinatieorgaan voor een wereldwijde imperialistische politiek. Ook al zou het Europese leger een zekere autonomie kunnen bewaren.